manziek

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  manziek    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• man·ziek

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  man  en  ziek 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	manziek	manzieker	manziekst
verbogen	manzieke	manziekere	manziekste
partitief	manzieks	manziekers	-

Bijvoeglijk naamwoord

manziek

1. te veel op mannen gesteld

Antoniemen

• vrouwziek

Gangbaarheid

• Het woord manziek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "manziek" herkend door:

65 %	van de Nederlanders;
83 %	van de Vlamingen.