mandekker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  mandekker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• man·dek·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  man zn  en  dekker zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	mandekker	mandekkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de mandekker m

1. (sport) verdediger die ervoor zorgt dat een aanvaller van de tegenpartij geen kansen krijgt

   ▸ De mandekker komt van Leicester City naar de vroegere club van zijn idool Rio Ferdinand.

   ▸ De Slowaakse mandekker Martin Skrtel (34) komt transfervrij naar Bergamo, nadat hij de afgelopen drie jaar uitkwam voor Fenerbahçe.

Hyperoniemen

• verdediger

Vertalingen

    1. verdediger die ervoor zorgt dat een aanvaller van de tegenpartij geen kansen krijgt   

Engels: guard (en)

Gangbaarheid

• Het woord mandekker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "mandekker" herkend door:

57 %	van de Nederlanders;
55 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.