maler
- ma·ler
- Het woord maler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "maler" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- ma·ler
- Zelfstandig naamwoord: naamwoord van handeling van het Noorse werkwoord male met het achtervoegsel -er
Naar frequentie | 3671 |
---|
maler, m
- [1]: En maler (kunstner)
Een schilder (kunstenaar) - [2]: En maler (håndverker)
Een schilder (handwerksman)
- [1]: kunstner
- [2]: håndverker
- [1]: kunstmaler
- [1]: landskapsmaler
- [1]: maleratelier
- [1]: malerfarge
- [1]: portrettmaler
- [2]: husmaler
- [2]: malermester