• kunst·ner
  • Afkomstig van het Middelnederduitse woord kunstener (= kunstenaar)
  • Afleiding van het Deense zelfstandige naamwoord kunst met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 3382
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kunstner     kunstneren     kunstnere     kunstnerne  
genitief   kunstners     kunstnerens     kunstneres     kunstnernes  

kunstner, g

  1. (beroep) artiest, kunstenaar (mannelijke vormen)
  2. (beroep) artieste, kunstenares (vrouwelijke vormen)
  3. (figuurlijk) persoon die uitzonderlijk bekwaam is in zijn vakgebied (bijv. een levenskunstenaar)
  • [1-2]: kunstnere og publikum
kunstenaars en het publiek
  • [1-2]:  nulevende kunstnere
hedendaagse kunstenaars
  • [1-2]: anerkendte kunstnere
gewaardeerde kunstenaars
  • [1-2]: skabende kunstnere
uitvoerende kunstenaars
  • [1-2]: udøvende kunstnere
uitvoerende kunstenaars


  • kunst·ner
  • Afkomstig van het Middelnederduitse woord kunstener (= kunstenaar)
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord kunst met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 4219
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   kunstner     kunstneren     kunstnere     kunstnerne  
genitief   kunstners     kunstnerens     kunstneres     kunstnernes  

kunstner, m

  1. (beroep) artiest, kunstenaar (mannelijke vormen)
  2. (beroep) artieste, kunstenares (vrouwelijke vormen)
  3. (figuurlijk) persoon die uitzonderlijk bekwaam is in zijn vakgebied (bijv. een levenskunstenaar)
  • [1-2]: være en berømt kunstner
een beroemde kunstenaar zijn
  • [1-2]: være en stor kunstner
een grote kunstenaar zijn
  • [1-2]: en skapende kunstner
een scheppende kunstenaar