makelaardij
- Geluid: makelaardij (hulp, bestand)
- IPA: / ˌmakəlarˈdɛi / (4 lettergrepen)
- ma·ke·laar·dij
- Afgeleid van makelaar met het achtervoegsel -ij en een onder invloed van woorden als voogdij en koopvaardij tussengevoegde d-klank [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | makelaardij | makelaardijen |
verkleinwoord | makelaardijtje | makelaardijtjes |
de makelaardij v
- (bedrijf) bemiddeling bij de koop en verkoop van onroerend goed
- Hij koos de makelaardij als zijn vak.
- een bedrijf dat [1] als dienst aanbiedt
- In die straat zijn wel drie makelaardijen gevestigd.
- makelarij (meer oorspronkelijke, minder gangbare uitspraakvariant)
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord makelaardij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.