Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·ke·laar·dij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord makelaardij makelaardijen
verkleinwoord makelaardijtje makelaardijtjes

Zelfstandig naamwoord

de makelaardijv

  1. (bedrijf) bemiddeling bij de koop en verkoop van onroerend goed
    • Hij koos de makelaardij als zijn vak. 
  2. een bedrijf dat [1] als dienst aanbiedt
    • In die straat zijn wel drie makelaardijen gevestigd. 
Synoniemen
  • makelarij (meer oorspronkelijke, minder gangbare uitspraakvariant)
Verwante begrippen
Hyponiemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen