machete
- ma·che·te
- Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘kapmes’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1931 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | machete | machetes |
verkleinwoord |
- lang stevig mes waarmee men zich al kappend een weg kan banen in het oerwoud
- De machete maakte het pad vrij van de vele obstakels.
- ▸ Maar in de etalage hingen ook harken en wieders, reservebanden, kleren, vreemde helmen, fietswielen, petroleumlampen, spiritusbranders, touwen, machetes, vistuig en alles wat je kon bedenken of zelfs niet kon bedenken.[2]
- Het woord machete staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "machete" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "machete" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be