Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • maand·loon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maandloon maandlonen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het maandloono

  1. het loon dat men met arbeid in één maand verdient
    • Dus alles wat een Kamerlid netto zou verdienen boven die 2.750 euro kan als afdracht worden beschouwd. Normaal gesproken ligt het netto maandloon van iemand die 7.700 euro verdient zo rond de 4.300. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Philip de Witt Wijnen 9 oktober 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be