Nederlands

 
maalsteen
Uitspraak
Woordafbreking
  • maal·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord maalsteen maalstenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

maalsteen m [1]

  1. (molenaarsambacht) een ronde steen die onder andere in windmolens en watermolens wordt gebruikt voor het malen
    • De vondsten, waaronder potscherven, verbrand leem, sieraden, munten en delen van maalstenen, kwamen aan de oppervlakte bij de aanleg van een vistrap in het riviertje de Korne.[2] 
    • Bij werkzaamheden voor het nieuwe uitvaartcentrum aan de Diepenheimseweg in Goor heeft amateur-archeologie Trudie Broekman een deel van een ruim 500 jaar oude maalsteen, een zogeheten ligger, gevonden.[3] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 14 mrt. 2013
  3. Tubantia 21-APRIL-2016