• maag·zuur
enkelvoud meervoud
naamwoord maagzuur maagzuren
verkleinwoord - -

het maagzuuro

  1. (medisch) zoutzuur dat deel uitmaakt van maagsap en wordt gemaakt door cellen in het slijmvlies van de maagwand die maagwandklieren worden genoemd
    • Wanneer maagzuur in de onbeschermde slokdarm terugstroomt kan dat tot ernstige klachten leiden. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be