maagdenpalm
  • maag·den·palm
enkelvoud meervoud
naamwoord maagdenpalm maagdenpalmen
verkleinwoord

de maagdenpalmm

  1. (plantkunde) Vinca minor   sierplant voor in de tuin met lange slingerende takken en paarse bloemen
    • Het Mauritshuis in Den Haag is een zeldzaam bloemstilleven rijker van de Duitse schilder Ludger tom Ring II (1522-1584). Het werk 'Narcissen, maagdenpalm en viooltjes in een kan'is rond 1562 gemaakt. Het paneeltje is daarmee „een ongewoon vroeg voorbeeld van een zelfstandig bloemstilleven”, liet het museum donderdag weten.[1] 
    • Drie achten geeft Vink, voor kleurenindruk, onderhoud en bloeirijkheid. Dat de eigenaresse toevallig net op de knieën het onkruid tussen de maagdenpalm uit aan het trekken is, werkt helemaal in haar voordeel.[2] 
82 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Telegraaf 16 apr. 2015
  2. Volkskrant Machteld van Hulten 7 juli 2010
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be