Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • luw·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van luw met het achtervoegsel -te.
enkelvoud meervoud
naamwoord luwte luwtes
luwten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de luwtev

  1. een windloze plek
    • Hij zit in de luwte. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be