lurken
- lur·ken
- [1] vermoedelijke klanknabootsing
Typisch drinken van een kind aan de borst van zijn moeder. Met kleine slokjes en met bijgeluid. Werd ook gebruikt voor bijgeluiden van (water)pompen, in de betekenis van ‘hoorbaar zuigen’ voor het eerst aangetroffen in 1611 [1] [2] [3] - [2] van Amerikaans Engels lurk ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lurken |
lurkte |
gelurkt |
zwak -t | volledig |
lurken
- hoorbaar zuigen of drinken
- Kinderen, zit niet op die rietjes te lurken.
- (informatica) passief deelnemen aan een interactief bedoelde toepassing van internet, dus zonder te reageren of bij te dragen
2. passief deelnemen aan een interactief bedoelde toepassing van internet
- Het woord lurken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lurken" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ lurken op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "lurken" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be