luisterspel

Nederlands

luisterspelacteurs in een luisterspelstudio

Uitspraak

• Geluid:  luisterspel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• luis·ter·spel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  luisteren ww  en  spel zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	luisterspel	luisterspelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het luisterspel o

1. een verhaal met tekst, muziek en geluidseffecten, maar zonder beeld

   • De opkomst van het luisterboek blies het oude genre nieuw leven in. In 2004 begon De Hoorspelfabriek met de productie van cd’s waarop literaire werken, ingekort en gedramatiseerd, als luisterspel of ‘audiofilm’ werden opgevoerd. 

2. het geluid van een voorstelling waar je ook naar kunt kijken

   • De amateurspelers maakten er weer een prachtig schouw- en luisterspel van. De sketches werden weer afgewisseld door alleraardigste zangnummers, begeleid door een orkest en eigen balletgroep. 
   • Lieke Benders heeft met Van Leeuwen - haar favorieten auteur met wie de theatermaakster eerder het bekroonde niet wiet, wel nel (6) maakte - een mooi kijk- en luisterspel gemaakt. 

Synoniemen

• hoorspel, radiodrama, radiotoneel

Vertalingen

    1.   

Engels: radio play (en)

Gangbaarheid

• Het woord luisterspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "luisterspel" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.