lovenswaardig
- lo·vens·waar·dig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | lovenswaardig | lovenswaardiger | lovenswaardigst |
verbogen | lovenswaardige | lovenswaardigere | lovenswaardigste |
partitief | lovenswaardigs | lovenswaardigers | - |
lovenswaardig
- dat iets waard is om geprezen te worden, dat iets waard is om een applausje te krijgen
- Hij had een lovenswaardige prestatie geleverd en kreeg dan ook een lintje op Koningsdag.
- Het woord lovenswaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.