loskopen
- los·ko·pen
- samenstelling van los en kopen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
loskopen |
kocht los |
losgekocht |
zwak -cht | volledig |
loskopen [1]
- overgankelijk door betaling van losgeld vrijmaken
- Het woord loskopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.