kocht los
- kocht los
vervoeging van |
---|
loskopen |
kocht (...) los
- enkelvoud verleden tijd van loskopen
- Ik kocht los.
- Jij kocht los.
- Hij, zij, het kocht los.
- Ik kocht los.
- Het woord kocht los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.