• loon·kloof
enkelvoud meervoud
naamwoord loonkloof loonkloven
verkleinwoord loonkloofje loonkloofjes

de loonkloofv / m

  1. (economie) een systematisch verschil in arbeidsloon tussen mensen, die gelijke opleiding en ervaring hebben
    • Leraren in het basisonderwijs verdienen gemiddeld 14 procent minder dan vergelijkbare werknemers in het bedrijfsleven. Om de loonkloof te dichten is ruim 1,6 miljard euro nodig[1] 
    • Loonkloof bijna nergens zo groot als in Nederland: baas verdient 171 keer modaal [2] 
    • De loonkloof tussen de top van het bedrijfsleven en hun werknemers is zo groot dat de gemiddelde Nederlandse CEO in 3,1 werkdagen het gemiddelde jaarsalaris van een werknemer verdient. [3]