lookalike
- look·alike
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘iem. die sprekend op een ander lijkt’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1]
- samenstelling uit het Engels look en alike [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lookalike | lookalikes |
verkleinwoord |
- (persoon) iemand die heel veel lijkt op iemand anders
- Voor de sceptici die denken dat het om een lookalike gaat: de bewakingsbeelden tonen dat de Q8-klant dezelfde tatoeages heeft als de popster én bovendien droeg hij dezelfde outfit als op zijn concert van zaterdag.[3]
- Het management van Max Verstappen wil per se een uitspraak van de rechter over het feit dat online-supermarkt Picnic met een lookalike een parodie maakte op de reclamefilmjes die Max voor Jumbo maakt. 'Team Verstappen' vindt dat Max 350.000 euro schade heeft geleden en daagde Picnic vanmorgen in Amsterdam voor de rechter. [4]
- [1] dubbelganger
- Het woord lookalike staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lookalike" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "lookalike" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ lookalike op website: Etymologiebank.nl
- ↑ De Standaard 28/06/2017 door ehu
- ↑ Tubantia Victor Schildkamp 06-07-17
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be