Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lof·dicht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lofdicht lofdichten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het lofdichto

  1. (dichtkunst) gedicht dat de lof van iemand of iets bezingt
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: ode   

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be