• lip·pen·dienst
enkelvoud meervoud
naamwoord lippendienst lippendiensten
verkleinwoord lippendienstje lippendienstjes

de lippendienstm

  1. uiterlijke, niet gemeende toewijding
    • Lippendienst aan de majesteit van het volk was niet voldoende: de invloed van het volk (…) op lokaal niveau moest zo concreet mogelijk worden aangegeven. [2]
  • lippendienst bewijzen aan
    prijzen zonder de werkelijke bedoeling het geprezene te steunen
66 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[3]