Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lint·worm
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘klasse van platwormen’ voor het eerst aangetroffen in 1768 [1]
  • samenstelling van  lint  en  worm 
enkelvoud meervoud
naamwoord lintworm lintwormen
verkleinwoord lintwormpje lintwormpjes

Zelfstandig naamwoord

de lintwormm

  1. (wormen) (medisch) Cestoda   een platte worm die parasiteert in de darm bij mens en dier
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen