• lik·ke·baar·den

likkebaarden [3]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
likkebaarden
likkebaardde
gelikkebaard
zwak -d volledig
  1. (voeding) laten merken dat je iets heel erg lekker vindt
    • Op een video is het angstaanjagende moment te zien waarop de Bichon Frise (een soort Maltezer) van een platform in het water valt. Het water vormt een afscheiding tussen het platform waar de bezoekers staan en het verblijf van de roofdieren. De twee tijgers staren likkebaardend naar hun 'slachtoffer' en verheugen zich op hun bijzondere middagmaaltje.[4] 
  2. (figuurlijk) naar iets uitkijken dat heel fijn lijkt te zijn
    • Vooral adverteerders likkebaarden bij het idee te kunnen zien welke spullen u (niet) in huis heeft, om u vervolgens zeer gericht reclame voor een nieuwe sofa of een boekenkast te kunnen sturen.[5]  
    • In de VS heeft president Trump vraagtekens geplaatst bij veel regels uit de zogenoemde Dodd-Frank Act, die na de crisis werd doorgevoerd om de financiële sector aan banden te leggen. Er wordt nu gedacht aan een ‘Glass-Steagall light’-versie, vernoemd naar de wet uit de jaren dertig van de vorige eeuw doorgevoerde scheiding van zakenbankieren en algemeen bankieren. Dat is op papier een uitstekend idee: een gokkende zakenbank kan zo niet langer een algemene bank mee omlaag trekken. Maar de nu voorgestelde ‘light’-versie staat toe dat beide activiteiten, strikt gescheiden, toch onder één moeder mogen plaatsvinden. Zakenbankiers likkebaarden al bij vooruitzicht dat allerlei beperkingen op hun gedrag dan niet meer nodig zijn. Want zij zijn dan toch geïsoleerd? Tuurlijk. [6] 
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[7]