• lijn·rij·der
enkelvoud meervoud
naamwoord lijnrijder lijnrijders
verkleinwoord lijnrijdertje lijnrijdertjes

de lijnrijderm

  1. (beroep) iemand die bloemen en planten vanuit de vrachtwagen en in beperkte mate op bestelling verkoopt aan bloemenwinkeliers
    • Hij reist als lijnrijder wekelijks naar Straatsburg. 
    • Heeft u een bloemenwinkel of bloemengroothandel en wilt u voorzien worden van dagverse bloemen en planten? Dan bent u bij Bongaards Bloemen aan het juiste adres. Als lijnrijder kunnen wij u voorzien van de mooiste bloemen en planten. [1] 
    • ‘Twee- tot driemaal per week 45 jaar lang met de mooiste bloemen en heel veel passie de klanten in Friesland en Groningen langs met de lijnauto. Het was een lange maar ook mooie tijd’, aldus Piet Heemskerk, eigenaar van het bloemenlijnrijder bedrijf Van den Eykel-Heemskerk. [2] 
  1. Bon-Gaards Lijnrijder
  2. Bab Star gaat samenwerken met lijnrijder Van den Eykel-Heemskerk hortipoint