lijnrijderij
- lijn·rij·de·rij
- afgeleid van lijnrijder met het achtervoegsel -ij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijnrijderij | lijnrijderijen |
verkleinwoord | lijnrijderijtje | lijnrijderijtjes |
de lijnrijderij v
- (beroep) een bedrijf dat zich toelegt op de distributie van bloemen middels lijnrijders
- Hij heeft een lijnrijderij in Aalsmeer.
- het vak van de lijnrijder
- De vraag of er toekomst is voor de lijnrijderij wordt vaak negatief beantwoord door mensen die geen actuele kennis over het vak hebben.
- Het woord 'lijnrijderij' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.