• lij·dens·kelk
enkelvoud meervoud
naamwoord lijdenskelk lijdenskelken
verkleinwoord lijdenskelkje lijdenskelkjes

de lijdenskelkm [2]

  1. (figuurlijk) een hoeveelheid ellende die men noodzakelijkerwijze moet verdragen
     " „Het lijkt erop dat jouw lijdenskelk is gevuld met geluk.[3]
  2. (religie) kelk waaruit Jezus dronk tijdens het Laaste Avondmaal