lijdenskelk
- Geluid: lijdenskelk (hulp, bestand)
- lij·dens·kelk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lijdenskelk | lijdenskelken |
verkleinwoord | lijdenskelkje | lijdenskelkjes |
- (figuurlijk) een hoeveelheid ellende die men noodzakelijkerwijze moet verdragen
- ▸ " „Het lijkt erop dat jouw lijdenskelk is gevuld met geluk.[3]
- (religie) kelk waaruit Jezus dronk tijdens het Laaste Avondmaal
- Het woord 'lijdenskelk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ lijdenskelk op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885