levensbeschouwelijk


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vens·be·schou·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen levensbeschouwelijk levensbeschouwelijker levensbeschouwelijkst
verbogen levensbeschouwelijke levensbeschouwelijkere levensbeschouwelijkste
partitief levensbeschouwelijks levensbeschouwelijkers -

Bijvoeglijk naamwoord

levensbeschouwelijk [1]

  1. betrekking hebbend op een visie op het leven: wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden
    • Is die sluiting van het Bezinningscentrum De Zwanenhof echt onvermijdelijk? Wordt het niet tijd dat er vermogende katholieken of kapitaalkrachtige anderszins levensbeschouwelijk geïnteresseerden opstaan, die hun geld willen steken in het behoud van een plaats van bezinning en inspiratie als De Zwanenhof in deze regio? [2] 
    • De wethouder van onderwijs mag dan zeggen dat openbare basisscholen in Almelo best een heleboel geld hebben, het is wel onvoldoende om het godsdienst- en humanistisch vormingsonderwijs (hvo) overeind te houden. Dat zegt H. Gerichhausen, algemeen directeur Openbaar Primair Onderwijs Almelo (OPOA), naar aanleiding van opmerkingen, die wethouder Kuik maakte toen zij maandag uit handen van een aantal kinderen 350 handtekeningen in ontvangst nam voor behoud van het levensbeschouwelijk onderwijs. [3] 
    • De gemeente Oldenzaal heeft niet alleen een vrijstelling gegeven voor de bouw van een sociaal-cultureel en levensbeschouwelijk project, maar ook voor een dienstwoning. En die past niet in de provinciale vrijstellingenlijst. [4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen