levende
- le·ven·de
- levend met de uitgang -e
vervoeging van: | leven |
levende
- verbogen vorm van levend, het onvoltooid deelwoord van leven
levende
- verbogen vorm van de stellende trap van levend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | levende | levenden |
verkleinwoord |
- iemand die in leven is
- Hij was nog onder de levenden.
- Het woord levende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "levende" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be