lepelmotten

Nederlands

Klimeschia transversella

Uitspraak

• Geluid:  lepelmotten    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• le·pel·mot·ten

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  lepel zn  en  motten zn 
•  lepelmot zn  met de uitgang -en

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		lepelmotten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de lepelmotten mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lepelmot
2. meervoudsvorm als officiële benaming (vlinders) Douglasiidae  een familie van vlinders, die als een van de weinige vlinderfamilies niet in een superfamilie is geplaatst maar als een basale groep in de clade Apoditrysia wordt beschouwd. De familie werd voorheen geplaatst in de superfamilie Gracillarioidea , een superfamilie die meer basaal in de Ditrysia  wordt geplaatst. Het typegeslacht van de familie is Douglasia  Stainton, 1854

Hyperoniemen

• [2] vlinders, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Hyponiemen (in taxonomische zin)

• [2] dwerglepelmot, lepelmot, witvleklepelmot

Gangbaarheid

• Het woord 'lepelmotten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.