lepelaars
- (IPA in voorbereiding)
- le·pe·laars
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lepelaars | |
verkleinwoord |
de lepelaars mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord lepelaar
- meervoudsvorm als officiële benaming (roeipotigen) Plateinae een onderfamilie van vogels uit de familie ibissen en lepelaars (Threskiornithidae). De onderfamilie telt één geslacht: Platalea
- ibissen en lepelaars
- Afrikaanse lepelaar, geelsnavellepelaar, kleine lepelaar, koningslepelaar, rode lepelaar
- Het woord lepelaars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.