leiblauwe vliegenvanger
- (IPA in voorbereiding)
- lei·blau·we vlie·gen·van·ger
- verbinding van leiblauwe en vliegenvanger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | leiblauwe vliegenvanger | leiblauwe vliegenvangers |
verkleinwoord | leiblauw vliegenvangertje | leiblauwe vliegenvangertjes |
de leiblauwe vliegenvanger m
- (zangvogels) Ficedula tricolor een zangvogel uit de familie van vliegenvangers (Muscicapidae). Deze soort komt voor van de Himalaya tot Thailand en telt 4 ondersoorten
- Het woord 'leiblauwe vliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.