oude leemput nu meertje
  • leem·put
enkelvoud meervoud
naamwoord leemput leemputten
verkleinwoord

de leemputm

  1. een laagte ontstaan door het afgraven van leem voor bouwmateriaal (voor vloeren of voor de afwerking van vlechtwerkwanden) of voor de fabricage van bakstenen
    • Het verblijf ziet er ruim en afwisselend uit: naast het water zijn er onder meer een grote schuurstronk (om lekker tegen aan te schuren), rotspartijen (om in de schaduw te kunnen staan) en een leemput (als ‘scrub’ na het bad). [1] 
87 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]
  1. NRC Gemma Venhuizen 16 juni 2017 De olifanten in Artis hebben nu een jacuzzi
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be