Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • leeg·schra·pen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

leegschrapen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
leegschrapen
schraapte leeg
leeggeschraapt
zwak -t volledig
  1. door krabben grondig ontdoen van inhoud
     Sporen van schoonmaak en onderhoud, zoals die ontstaan bij het leegschrapen van een vuurplaats, kunnen duiden op een langer verblijf, net zoals de aanwezigheid van dikke aslagen in een vuurplaats.[1]
     Jarenlang volgde Billingham hun ontluisterende ménage à trois, dat voornamelijk bestaat uit mateloos drinken, vechten en het leegschrapen van vette borden junkfood.[2]
  2. (pejoratief) al het geld ergens uithalen
     Strijd tegen de armoede en „alle corruptelingen in de gevangenis” zijn de hoofdthema's van Gutiérrez. Geen luxe in een land waar meer dan 70 procent van de bevolking van minder dan twee euro per dag moet leven, terwijl de politici de staatskassen voor zichzelf leegschrapen.[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Bart Funnekotter
    “Neanderthalers zaten maar kort bij hun kampvuur” (24 april 2019) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Eddie Marsman
    “Dronken na twee glazen; Bikkelhard familieportret van Richard Billingham” (31 mei 1996) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Marjon van Royen
    “Ook Ecuador kiest tussen politieke buitenstaanders” (23 november 2002) op nrc.nl