lebben
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- leb·ben
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lebben |
lebde |
gelebd |
zwak -d | volledig |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord
Werkwoord
lebben
- inergatief (pejoratief) (verouderd) op een onzorgvuldige of gretige manier drinken
- ▸ Zoudt gij dispositie hebben,
Om een weinigje te lebben
Uit een flesch, vol keur van wijn,
Die tot uwen dienst zal zijn; (…)[2]
- ▸ Zoudt gij dispositie hebben,
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de lebben mv
Gangbaarheid
- Het woord lebben staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Abraham Nicolaas Pellecom geciteerd door Gerrit van Rijn“Nicolaas Beets. Deel 1.” (1910), J.M. Bredée, Rotterdam, p. 444