Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • la·zu·li·gors
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lazuligors lazuligorzen
verkleinwoord lazuligorsje lazuligorsjes

Zelfstandig naamwoord

de lazuligorsv / m

  1. (zangvogels) Passerina amoena   een zangvogel uit de familie van de kardinaalachtigen (Cardinalidae  ). De vogel heeft een lengte van 13 cm. Het mannetje is blauw en heeft een groenblauw schedeltje. De onderzijde is wit met een oranjerode borst. De vleugels, waarin zich zwarte randen bevinden, zijn net als de staart blauw
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie