landpissebedden
- (IPA in voorbereiding)
- land·pis·se·bed·den
- samenstelling van land zn en pissebedden zn
- landpissebed zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | landpissebedden | |
verkleinwoord |
de landpissebedden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord landpissebed
- meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) Oniscidea een onderorde van geleedpotigen die behoren tot de orde Isopoda van de onderstam kreeftachtigen (Crustacea). In Nederland komen 36 op het land levende soorten pissebedden voor
- [2] blind pissebedje, grote gaper, havenpissebed, juweeltje, kelderpissebed, kleiribbel, mospissebed, oeverpissebed, rivierkleipissebedje, ruwe pissebed, veenribbel, wijnrood pissebedje, wit drieoogje, zeekleipissebedje, zwartoogje
- Het woord 'landpissebedden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.