1. Een lamszwezerik.
  • lams·zwe·ze·rik
enkelvoud meervoud
naamwoord lamszwezerik lamszwezeriken
verkleinwoord - -

de lamszwezerikm

  1. (voeding) borstklier van een jong schaap als delicatesse
     Marokkanen doen niet moeilijk met het vooraf blancheren van lamszwezerik om ze vervolgens tussen een theedoek onder een snijplank te ontdoen van hun surplus aan vocht alvorens ze te bereiden, zoals Franse keukenmores voorschrijven.[1]
  1.   Weblink bron
    Florine Boucher
    “Marokkaans gesmul” (16 mei 2008) op nrc.nl