lamszadel
- lams·za·del
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lamszadel | lamszadels |
verkleinwoord |
het lamszadel o
- (voeding) rugstuk van een lam
- ▸ Lamszadel van de Belle-Vue hoeve, Alexandre et Véronique Dupont, krokant, gekonfijt aardappeltaartje[1]
1. rugstuk van een lam
- Het woord lamszadel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lamszadel" herkend door:
56 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron edm“Wat kan je eten in een sterrenrestaurant?” (21/11/2011), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be