laminair
- la·mi·nair
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | laminair | laminairder | laminairst |
verbogen | laminaire | laminairdere | laminairste |
partitief | laminairs | laminairders | - |
laminair [1]
- van de aard van of betrekking hebbend op lagen, gelaagd
- Het woord laminair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "laminair" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be