kustoogje
- (IPA in voorbereiding)
- kust·oog·je
- samenstelling van kust zn en oogje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | kustoogje | kustoogjes |
het kustoogje o dim. tant.
- (vlinders) Thiotricha subocellea een vlinder uit de familie tastermotten (Gelechiidae). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1834 door Stephens. De soort komt voor in Europa
- Het woord 'kustoogje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.