• (IPA in voorbereiding)
  • kust·oog·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord kustoogje kustoogjes

het kustoogjeo dim. tant.

  1. (vlinders) Thiotricha subocellea   een vlinder uit de familie tastermotten (Gelechiidae). De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1834 door Stephens. De soort komt voor in Europa