kruisverhoor
- Geluid: kruisverhoor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrœysfərˌhor / (3 lettergrepen)
- kruis·ver·hoor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisverhoor | kruisverhoren |
verkleinwoord |
het kruisverhoor o
- ondervraging waarbij de ondervraagde vragen krijgt van verschillende ondervragers
- De verdachte werd aan een kruisverhoor onderworpen.
- Tijdens de promotie werd de kandidaat onderworpen aan een kruisverhoor.
- (figuurlijk) zeer strenge ondervraging
- ▸ Advocaat Arvid Olofsson zag er wonderlijk geamuseerd uit terwijl hij overeind kwam en naar de getuige toe liep om zijn kruisverhoor te beginnen.[2]
- Het woord kruisverhoor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kruisverhoor" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be