kruisvaarder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kruis·vaar·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisvaarder | kruisvaarders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de kruisvaarder m
- (middeleeuwen) iemand die deelnam aan de militaire bezetting van het Heilige Land tussen 1095-1291
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord kruisvaarder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kruisvaarder" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruisvaarder | kruisvaarders |
Zelfstandig naamwoord
kruisvaarder