• kruip·olie
enkelvoud meervoud
naamwoord kruipolie kruipoliën
kruipolies
verkleinwoord

de kruipoliev / m

  1. een speciaal soort smeerolie van geringe viscositeit en oppervlaktespanning, waardoor deze door capillaire werking gemakkelijk in zeer kleine ruimten "kruipt"
  2. (figuurlijk) iets of iemand dat zorgt dat alles soepel verloopt
    • Het Repair Café is laagdrempelig en de sfeer vooral gezellig en gemoedelijk zijn. Zoals Bart Schurink van de SBR het verwoordt: „Koffie en siliconenspray als kruipolie voor een individualiserende samenleving, fantastisch toch?” [2] 
    • Officieel mag het dan Secretaressedag zijn, maar goede receptionistes hebben onmiskenbaar dezelfde eigenschappen als goede secretaresses. Hun handelen is er volledig op gericht om het leven van collega’s te vergemakkelijken. Zij denken aan de verjaardagen, weten welke partijen in panieksituaties problemen kunnen oplossen, organiseren evenementen en geven collega’s met een glimlach opvoedkundige lessen. Ze zijn het cement van collegialiteit, het collectieve geheugen en de kruipolie van een goed functionerende organisatie. [3] 
86 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[4]