• (IPA in voorbereiding)
  • kruip·gan·ze·rik
enkelvoud meervoud
naamwoord kruipganzerik kruipganzeriken
verkleinwoord kruipganzerikje kruipganzerikjes

de kruipganzerikm [2]

  1. (bloemplanten) Potentilla anglica   een vaste plant uit de rozenfamilie (Rosaceae  ). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten   als algemeen voorkomend en stabiel of toegenomen. De soort komt van nature voor in West- en Midden-Europa en van daaruit verspreid naar Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland. Kruipganzerik is een kruising van vijfvingerkruid met tormentil