Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • krui·mel·dief·stal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kruimeldiefstal kruimeldiefstallen
verkleinwoord kruimeldiefstalletje kruimeldiefstalletjes

Zelfstandig naamwoord

de kruimeldiefstalm

  1. bij herhaling spullen of bedragen met een lage waarde stelen
  2. ontvreemding van iets dat niet veel geld waard is, zonder geweld of grote schade
Vertalingen

Gangbaarheid