• Afleiding van het Zweedse werkwoord snatta
Naar frequentie 22614
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   snatteri     snatteriet
snatterit  
  snatterier     snatterierna  
genitief   snatteris     snatteriets
snatterits  
  snatteriers     snatteriernas  

snatteri, o

  1. (juridisch) kruimeldiefstal
  2. (juridisch) winkeldiefstal
    «Polisen grep på söndagen en 35-årig man i Helsingfors som misstänkt för snatteri
    De politie arresteerde op zondag een 35-jarige man in Helsinki op verdenking van winkeldiefstal.
  • [1]: snatteri av livsmedel (i liten mängd för personligt bruk)
kruimeldiefstal (in kleine schaal voor persoonlijk gebruik)
  • [2]: snatteri av livsmedel
winkeldiefstal