kroonvogeltje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- kroon·vo·gel·tje
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kroon zn en vogeltje zn
Zelfstandig naamwoord
het kroonvogeltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kroonvogel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | kroonvogeltje | kroonvogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het kroonvogeltje o dim. tant.
- (vlinders) Ptilodon capucina een vlinder uit de familie van de tandvlinders (Notodontidae), die verspreid over Europa voorkomt. Hij heeft een voorvleugellengte van 17 tot 22 mm. De vlinder overwintert als pop onder de grond
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'kroonvogeltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.