krč

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /kr̩tʃ/

Woordafbreking

• krč

Zelfstandig naamwoord

krč monbezield

1. (dialect) stronk, blok

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	krč	krče
genitief	krče	krčů
datief	krči	krčům
accusatief	krč	krče
vocatief	krči	krče
locatief	krči	krčích
instrumentalis	krčem	krči

Synoniemen

• pařez
• špalek
• (dialect) krčina

Zelfstandig naamwoord

krč v

1. (verouderd)(imkerij) kloskorf

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	krč	krče
genitief	krče	krčí
datief	krči	krčím
accusatief	krč	krče
vocatief	krči	krče
locatief	krči	krčích
instrumentalis	krčí	krčemi

Verwijzingen

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)

Werkwoord

krč

1. informeel tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs van het imperfectieve werkwoord krčit