kokosnootboter
- Geluid: kokosnootboter (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkokɔsnodˌbotər / (5 lettergrepen)
- ko·kos·noot·bo·ter
- samenstelling van kokosnoot zn en boter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kokosnootboter | kokosnootboters |
verkleinwoord | - | - |
- (voeding) vet in smeerbare vorm, gewonnen uit de vrucht van een kokospalm, Cocos nucifera
- ▸ Om de hitte der huid te temperen wrijve men haar in met koud gerookt spek, met cacaoboter of met kokosnootboter; (in 't eerst vier maal, later éénmaal per dag.)[1]
- Het woord 'kokosnootboter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Heule, H. H. J.“Practische homoeopathische huisvriend : een raadgever voor iedereen” (1904), J.C. Dalmeijer, Amsterdam, p. 194