Buphthalmum salicifolium

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koei·en·oog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koeienoog koeienogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het koeienoogo

  1. (plantkunde) Telekia speciosa   Buphthalmum salicifolium   plant van de familie van de Asteraceae
  2. het oog van een rund
    • Aan de wand van zijn kantoor hangen drie foto’s: koeienoog, koeienoor en koe achter prikkeldraad. „Ik fotografeer graag. Deze beelden bevatten een boodschap voor marketeers: kijken, luisteren en buiten de grenzen durven opereren.” [2] 
    • Zangeres Laurrhie Brouns kwam oog in oog te staan met een berg koeienogen en een bak vol regenwormen. [3] 

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen