koefnoentje
- Geluid: koefnoentje (hulp, bestand)
- IPA: /kufˈnuŋcə/
- koef·noen·tje
- verkleinwoord van koefnoen, "ontbreken van tegenprestatie", Jiddisch letterwoord voor 'kost niks'[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | koefnoen | - |
verkleinwoord | koefnoentje | koefnoentjes |
het koefnoentje o dim. tant.
- (Jiddisch-Hebreeuws) gratis plaatsbewijs
- We moeten echter wel even vooruit , weten hoeveel mensen te verwachten zijn, dus wees zo behulpzaam om nu gauw bijgaande kaart te posten — als u daarop 'JA' niet doorhaalt ligt uw koefnoentje de dag vóór de openingsavond al aan de kassa voor u klaar. [2]
- Het woord 'koefnoentje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.